Oplosmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van de chemische industrie en een nuttig onderdeel van ons dagelijks leven.
Een oplosmiddel is een inert (niet-reactieve) vloeibare stof met de mogelijkheid om een andere stof op te lossen. Oplosmiddelen maken het mogelijk om een opgeloste vaste stof makkelijker kan worden overgepompt, verf kan worden aangebracht op een muur, inkt kan worden toegepast op papier en essentiële oliën kunnen worden gescheiden en verwijderd uit zaden.
Er zijn twee manieren waarop oplosmiddelen kunnen worden toegepast:
- Voor het verwijderen van een stof, zoals in het geval van nagellakremover, computerscherm doekjes voor het reinigen van monitors en als een extractie middel, zoals bij het maken van een kopje thee, waarbij het oplosmiddel (in dit geval water) de 'thee' uit de theeblaadjes haalt.
- Om een stof op een plaats aan te brengen, bijvoorbeeld verf op een muur. Het oplosmiddel "draagt" de verf naar de betreffende plaats (in dit geval de muur) en na het vervullen van zijn rol verdampt het oplosmiddlen en droogt de verf.
Andere veel voorkomende toepassingen voor organische oplosmiddelen zijn stomerij producten (Per- en Trichloorethyleen), als een verfverdunner (bijv. Thinner en Terpentine), lijm oplosmiddelen (Aceton, Methyl Ethyl Keton, Ethyl Acetaat), in vlekverwijderaars (Hexaan, Wasbenzine), in wasmiddelen (Citrus Terpeen), in parfums (Ethanol en in chemische synthese.
Het gebruik van anorganische oplosmiddelen (andere dan water) is meestal beperkt tot het onderzoeksinstituten in de chemie branche en een aantal technologische processen.